Geertje Wilders van groep 6 te Venlo.
Stoelendans.
Tikkertje. Kwartet. Voor Geertje was verliezen nooit gewoon een spel.
Het voelde altijd als een ramp.
“Valsspelen!” riep hij zodra
iets niet in zijn voordeel verliep. Zelfs de tafel, iedereen was
tegen hem, vond hij.
Op een dag bedacht de juf een verkiezing voor het mooiste kleurplaatje. De kinderen fluisterden strategieën. Niemand werkte zo fanatiek als Geertje. Met rood-wit-blauwe potloden en een brede grijns zei hij: “Ik win sowieso. Mijn kleuren zijn de beste. Ik teken de mooiste Nederlandse vlag.”
Toen de stemmen geteld werden, volgde de ramp.
“Oeps, Geertje,” zei de juf. “Je hebt 25 stemmen, en Robje heeft er 26.”
Geertjes
gezicht kleurde vuurrood. “Mijn stemmen zijn gestolen! De juf! De
stoelen! De stemdoos!”
Hij stampte door het lokaal, eiste een
hertelling, één, twee, drie keer.
De
juf bleef kalm. “De uitslag klopt.”
Geertje smakte zijn
potlood op de grond. “Ze hebben de stoelen verplaatst!”
Een
meisje fluisterde: “Wil je een kusje?”
“Een kusje? "Dit
is diefstal!” snauwde hij. Mokkend trok hij zich terug in een hoek.
Tien
minuten later accepteerde hij een koekje, maar met één
toevoeging:
“Ik wéét dat ik gewonnen heb.”
En
zo groeide Geertje op. Alleen veranderde er niets.
Anno 2025 is
hij nog altijd koppig, rancuneus en vol haat. Zijn vijandbeeld is
groter dan ooit.
Nu verdenkt hij stembureaus, burgemeesters, de
Kiesraad en zelfs D66, de winnaar van de verkiezingen op 25 oktober,
van een complot tegen hem.
Want voor Geertje blijft één waarheid overeind: als hij verliest, moet er iemand vals gespeeld hebben. Vals tuig, door en door.
Reacties
Een reactie posten